• Skip to primary navigation
  • Skip to main content

Flat & Framed

Looking at photography

  • Home
  • About
  • Writing
  • Research
  • Magazine
  • PhD Countdown
  • Photography

Zo lelijk dat het mooi wordt

20 November 2020 by NathalieVissers

© Nathalie Vissers

Gesprekken afluisteren op de trein – een perfecte guilty pleasure midden in het dagelijkse leven.

Toch moet je, net zoals bij andere klassieke guilty pleasures zoals reality tv of junk food, je ook bij de kunst van het luistervinken soms door heel wat rommel heen werken voor je beloond wordt door een pareltje. Dat pareltje overtreft die rommel dan in zo’n mate dat je toch steeds weer de oren blijft spitsen in de hoop op nog zo’n one-liner of sappige roddel.

We kunnen er niet aan doen, het is een krachtig principe. Positieve bekrachtiging heet het in de psychologie. Uiteindelijk blijken we een gedrag zelfs nog het meest te stellen als de beloning maar af en toe voorkomt. Nog harder blijven we afluisteren – je weet immers maar nooit.

Mooie psychologische kennis, maar verkregen op een lelijke manier. Skinner – één van de hoofdfiguren in de studies naar belonen en straffen – schetst in een wetenschappelijk artikel uit 1958[1] trots enkele anekdotes over zijn tijd in een labo, gelegen boven een molen. Handig, want zo konden ze makkelijk duiven van de vensterbank graaien als niet-aflatende stroom (on)gewillige subjecten. Een duif werd – door bekrachtigingsprincipes – verleid zo hard op een blok te pikken dat haar bek al snel ontstoken was. Deze anekdote wordt gevolgd door: ‘Dit was serieus onderzoek, maar we hadden ook onze lichtere momenten’, namelijk een duif leren bowlen. De dierenmishandeling achter sommige van de grootste psychologische inzichten kan ik zelf maar in kleine hapjes verwerken – geen guilty pleasure, maar guilty pain, over ons als mens, over mijn vakgebied van de psychologie.

Denk trouwens niet dat je zelf veilig bent, die psychologische kennis wordt nog steeds ten volle op een lelijke manier ingezet. Niet alleen in het lab, niet alleen op niet-menselijke dieren, maar op ons allemaal, menselijke dieren, in de echte wereld, nu. Denk maar aan de smartphone, beladen met sociale media en applicaties die ontwikkeld zijn om ons zo lang mogelijk aan het scherm te kluisteren, sterwijl de stroom aan verkregen informatie steeds verfijnder wordt ingezet om ons gedrag te manipuleren en onder andere polarisatie, in plaats van verbinding, in de hand te werken[2]. En wij, steeds meer en steeds harder onze smartphones aan het bekijken, want misschien krijgen we vandaag die belangrijke beloning: de geruststelling dat anderen ons leuk leuk vinden, dat we er mogen zijn, dat we er bij horen, dat alles goed is.

Een mens heeft verbondenheid nodig. Net daarom zijn de relatieperikelen vaak het interessantste trein-afluister-materiaal. Een vrouw was aan het telefoneren met – voor zover ik het begreep – haar relatief nieuwe partner. Ze vertelde dat ze veel gelachen met haar vriendinnen op een terrasje, maar er was ook een voorval geweest. In stilte ademend, luisterde ik mee. Ze was een voormalige vriendin tegengekomen die nu eerder een vijand bleek te zijn. Spannend, wat was er gebeurd, waar was de vriendschap op stuk gelopen? De voormalige vriendin was namelijk een relatie was begonnen met haar ex (misschien zelfs al voor het haar ex was). Einde vriendschap en einde relatie. Ongemakkelijk gesprek dus waarschijnlijk. Toch bleek het haar goede humeur niet te verstoren, want de vijandelijke vriendin had aangegeven dat de ex toch ook echt nog een tijd had afgezien van die relatiebreuk. Dat vond de telefoneerster wel leuk om te horen, vooral omdat ze nu zelf ook had kunnen aangeven hoe blij ze was met haar eigen nieuwe vriend. Eer gered. De nieuwe partner aan de andere kant van de lijn wist waarschijnlijk niet goed hoe al die informatie te verwerken, maar leek geduldig te luisteren. Pareltje.

Een paar maanden later werd mijn aandacht dan ook getrokken toen iemand begon te vertellen over een date. Ik liet mijn laptop – die vol goede moed open stond om te werken op de trein – even voor wat het was. Het was nog niet duidelijk of het afluisteren of werken zou worden. De andere jongen leek namelijk niet bijster veel interesse te hebben om op het onderwerp in te gaan. In plaats daarvan begon hij over een slapeloze nacht omdat hij aan het nadenken was over een opdracht. Hij was een kunstproject aan het maken dat zich afspeelde tussen fotografie en film. Misschien niet echt guilty pleasure informatie – maar wel relevant, want het doctoraat en mijn gefaalde poging daaraan te werken gaat net over fotografie en esthetiek. Afluisteren was in die zin dus werken, ook een meevaller.

Er werd gesproken over banale straatscenes, waar je zo voorbij zou lopen, maar als je ze fotografeerde en erbij stil stond, het opeens toch mooi was. Over hoe straatfotografie op een klassieke manier afprinten en tentoonstellen in een galerij – goed kan werken, maar niet de ideale manier is om het gevoel van het stadsleven uit te drukken. Hoe film en fotografie elkaar konden aanvullen. Hoe zijn mentor alles in vraag stelde, maar dat dat misschien net wel goed was en over toekomstige slapeloze nachten die hij er nog over zou hebben. En toen – net wanneer de trein het station binnenreed – nog een perfecte afsluiter:

‘…zo lelijk dat het weer mooi wordt’

Volgens die zin zijn schoonheid en lelijkheid geen tegengestelden, geen afzonderlijke concepten, maar eerder een cirkel. Het klinkt paradoxaal, maar toch kon ik de uitspraak plaatsen. Ik moet het dus zelf ook al zijn tegengekomen, maar waar? In de fotografie had ik al wel gelijkaardige paradoxen tegengekomen. Foto’s die op het eerste zicht amateuristisch lijken gefotografeerd te zijn – zoals familie-album snapshots – en toch belangrijke kunst werden. Denk aan Nan Goldin’s The Ballad of Sexual Dependency, waar het gebruiken van dat soort fotografie net op een intieme manier uit-het-leven geplukte tragische scenes weergeven en het menselijke zoeken (en falen) naar verbinding.  

Stuur me een lelijke en mooie foto vroeg ik onlangs aan mensen voor een studie voor mijn bovenvermelde doctoraat. Ik was vooral benieuwd naar de lelijke foto’s. Eén daarvan blijft me het meest bij. Een deur, lichtjes schuin gefotografeerd, een deurklink, een lichtgebogen barst in het midden, een stukje muur errond. De foto viel me niet op tot ik de las wat de foto ‘lelijk’ maakte. De persoon had van zijn/haar ouder gehoord dat die teleurgesteld was in hem/haar en had als gevolg uit frustratie tegen de deur geklopt. De schade aan de deur was moeilijk te herstellen, dus niemand durfde het proberen in de angst het nog erger te maken. De barst kreeg zo een metaforische lading voor de situatie. Dat raakte me.

Misschien is schoonheid niet de zoveelste foto van een zonsondergang op een mooi strand met een filter erover. Dat soort foto’s die verschijnen in de newsfeed van jaloers meekijkende vrienden, angstvallig op hun scherm aan het klikken, net zoals Skinner’s duiven.

Misschien schuilt schoonheid soms in het lelijke; het melancholische; de barst in de deur; de pijnlijke relatiebreuk die uiteindelijk ook voor de ander moeilijk bleek; de slapeloze nachten over het uitdrukken van een creatief idee; de onzekerheid of je het allemaal wel goed aan het doen bent. Die verhalen en beelden tonen aan dat we allemaal maar mensen zijn. Mensen die zoekend zijn naar perfecte verbinding met anderen – waar pijn, frustraties en teleurstelling niet bestaan en waar je jezelf volmaakt kan uitdrukken –  mooi in theorie, onmogelijk in praktijk. En misschien maar goed ook, want het is net ons onhandig geklungel in het streven naar dat ideaal dat onze gedeelde menselijkheid zo mooi uitdrukt.

Zo lelijk dat het weer mooi wordt.

Ik ben dankbaar voor die kleine afluister-inzichten en voel me getroost door ons gedeelde falen in de zoektocht naar verbinding. Als tegendienst praat ik soms wat luider op de trein, als het over mijn eigen onhandige levensperikelen gaat. Zo kan ik mijn medereizigers mogelijk ook troost en misschien zelfs een guilty pleasure pareltje aanbieden, op hun grijze dinsdagochtend op weg naar het werk. En als we nu nog een manier zouden vinden om dat levensgeklungel en die zoektocht naar verbinding aan te pakken zonder het mishandelen en leed berokkenen aan andere menselijke en niet-menselijke dieren, dat zou pas echt mooi zijn.

Photograph and text © Nathalie Vissers


[1]  Skinner, B.F. (1958). Reinforcement today. American Psychologist

[2] Tien redenen om te stoppen met sociale media

Filed Under: Uncategorised

Copyright © 2021 · Nathalie Vissers at Flat & Framed